Jefke, de Bollebozen en de herfstgasten
Het was een frisse herfstdag op het erf.
De bladeren dwarrelden over het gras, en uit de vakantiewoning kwam het vrolijke geluid van nieuwe gasten die hun koffers uitpakten.
Jefke stond al klaar — zijn staart zwiepte enthousiast.
Nieuwe mensen betekende nieuwe vrienden om mee te spelen!
Hij pakte zijn bal en stoof eropaf, alsof hij de welkomstcommissie was.
De Bollebozen keken vanuit hun hok toe.
"Daar gaat-ie weer," kakelde er eentje.
"Altijd eerst met die gasten spelen, nooit met óns," zei een ander, half jaloers.
Maar toen de gasten bij het kippenhok kwamen, stonden ze ineens versteld.
"Wat een prachtige kippen!" riepen ze.
De Bollebozen trippelden trots heen en weer — borst vooruit, veren glanzend.
En Jefke? Die keek goedkeurend toe.
"Zie je nou wel," blafte hij zacht, "iedereen houdt van mijn Bollebozen."
Die avond zaten baas en bazin buiten, met warme chocolademelk.
Jefke lag tevreden aan hun voeten, de kippen dicht bijeen in het hok.
En zo was het weer een gewone, gezellige herfstdag — met een beetje regen, wat gekakel, en heel veel hartelijkheid.

